top of page

Wie zijn we en wat doen we?

Wie zijn we:

De stichting bestaat momenteel uit 3 leden.
Wij zijn bereikbaar via het contactformulier onderaan de pagina, of via de pagina contact.
 

Derk Pas

derk.jpg

Hans Bouman

hans.jpg

Herman Zonnebelt

herman.jpg

Wat willen we bereiken?

In het begin richtten we ons voornamelijk op de eerste levensbehoeften van de zeer arme bevolking in het Hongaarstalige deel van Roemenië, Transsylvanie. Zo zamelden we meel in bij de plaatselijke bakkers, conserven bij groothandels, schoonmaakmiddelen bij een fabriek in Zwolle en ook kleding ging in vuilniszakken mee.

De tijden zijn echter veranderd, en de behoeften dus ook.. 

Wat wij willen bereiken nog de komende jaren is om vooral de oude, zieke en/of gehandicapte mensen helpen.

Wat kunnen we daarvoor goed gebruiken?

  • Incontinentie materiaal

  • Spullen voor gehandicapten

  • Uiteraard is een geldelijke gift ook zeer welkom

Mocht u zaken hebben die u wil doneren, maar hier niet boven staan kunt u altijd contact met ons opnemen via het contactformulier.

Hoe het ooit begon:

Na de val van het regime van dictator Ceaucescu in Roemenië in eind 1989 ging Hans  Bouman met een werkgroep vanuit Enschede begin 1990 mee om hulpgoederen naar Roemenië te brengen. Het maakte diepe indruk op hem, beelden van de armoe in kindertehuizen en de bevolking staan nog op het netvlies gebrand.

Terug in Rijssen pakte hij dit mooie en dankbare werk zelf verder op en benaderde zijn vriend Herman Zonnebelt om samen een transport te organiseren. De inzameling van hulpgoederen liep zo goed dat het plan al snel rees om het iets groter op te pakken en zo werden Jan Bakker en Derk Pas er bij gevraagd en ook zij pakten het vol energie op.

 

Met 2 Nissan Urvanbusjes  met 80 pk vermogen (!!) werd begin 1991 het eerste transport van onze werkgroep “Goederen voor Roemenië” gestart. Achter beide busjes flinke aanhangwagens, tot de nok toe vol met spullen, net als de busjes zelf uiteraard.

Na de benodigde visumaanvragen ( zelf ophalen in Den Haag) en transportaanvragen ( bij de Roemeense ambassade aan te vragen) waarbij een formulier niet op tijd binnenkwam dus we hebben het formulier maar zelf afgestempeld met een stempel van de speeltuinvereniging, dachten we alles goed voor elkaar te hebben.

 

We herinneren ons nog heel goed dat we de klim op de autobaan voor Wenen in de eerste versnelling af moesten leggen, stapvoets dus. Harder konden we niet…….

Vanaf de grens Oostenrijk-Hongarije ging het over 2-baanswegen naar Boedapest ( de autobaan kwam pas enkele jaren later gereed).  We deden er ongeveer 22 uur over om in Boedapest te komen. Navigatiemiddelen (TomTom etc) was er nog niet, we moesten het doen met een papieren boekwerkje met plattegrond.

 

We vonden uiteindelijk de pastorie naast de kerk aan de Frangepan-straat waar we kennis maakten met Joszef en Katalin Szloboda, een jong predikantsgezin. Gelukkig konden we de auto-combinaties in de ruime tuin van de kerk parkeren, anders zou de kans ook groot zijn dat we de volgende morgen niets meer hoefden weg te brengen…….

 

Vanaf Boedapest zou Joszef samen met een vriend die uit het gebied Transsylvanië kwam, met ons meereizen om de weg te wijzen en als tolk.

Eenmaal vertrokken uit Boedapest waren we niet meer bereikbaar want telefoon onderweg was er al he-le-maal niet en ook in Roemenië was de telefoonverbinding slecht als er überhaupt al telefoon was.

Met een gemiddelde van zo’n 65 km/u reden we door de poeszta naar Debrecen en vanaf daar door naar de grens Hongarije – Roemenië bij de plaats Oradea.

Aan de grens hoge wachtposten met militairen met de wapens in de aanslag en een belachelijk langzame ambtelijke afhandeling, waarbij onze tolk Joshi van goudwaarde bleek te zijn konden we Hongarije uit en Roemenië in.

 

We hobbelden door en de gemiddelde snelheid werd steeds lager want op de doorgaande wegen (allemaal 2-baans) kwam niet alleen autoverkeer maar ook fietsers, paard-en-wagen en handkarren. Dus snelheid maken was er sowieso niet bij.

 

Ook tankstations waren er toen niet veel dus bij ieder tankstation tankten we weer vol. Toen we toch eens laat in de avond zonder diesel kwamen te staan regelde Joshi bij een boer een emmer vol diesel-olie voor een pak koffie…..

Eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming, het plaatsje Hoghya, zo’n 450 - 500 km Roemenië in, was het al middernacht.

We vonden onderdak bij de plaatselijke predikant Janosz Albert, die door ons natuurlijk direct werd omgedoopt tot Jan Aolbert, naar een bekende Rijssenaar. We losten daar de meegebrachte goederen maar ook omliggende dorpjes kregen spullen mee.

 

Janosz stelde voor om de mensen niet zo maar iets te geven maar om er in principe iets voor te betalen. Zo lieten we de mensen omgerekend voor zeg maar een goede spijkerbroek omgerekend een gulden betalen, de wat armere mensen betaalden 50 cent en als men het echt niet kon betalen kregen ze het gratis. De predikant kende de gezinnen in de dorpjes wel dus dat ging wel goed.

De opbrengst van de verkoop, dus alle dubbeltjes en kwartjes bij elkaar, werd in een pot gedaan en van dat geld werd dan in overleg met ons een aanschaf gedaan die het hele dorp ten goede kwam.

Zo werd in het ene dorp een landbouwtractor aangeschaft en in een ander dorp werd waterleiding aangelegd of werd het dorpshuis voorzien van verwarming.

Het principe van betaling en verdeling hanteren we nog steeds……

 

Er zijn heel wat verslagen van de reizen gemaakt en het zou veel te ver voeren om die hier te melden / te herhalen.

Slechts een paar korte memorabele dingen:

  • Op de terugreis duurde het heel lang voor we de grens Roemenie-Hongarije over zouden kunnen. Joshi liep naar voren en even later wenkte hij ons van verre en we konden de heel lange rij wachtenden passeren en waren toen rap de grens over. Hoe Joshi dat geflikt had? Hij had de douaniers verteld dat wij artsen waren van een kinderziekenhuis in Amsterdam en dat wij met spoed terug moesten om een bijzondere operatie uit te voeren……hahaha het werkte wel;

  • Regelmatig werden we door de politie aan de kant gezet en hadden we wel weer een bedachte overtreding begaan en moesten we betalen. Hans had altijd een speciaal tasje met kleine weggeef-attributen van de politie in Nederland bij zich. Aber Kollege, hier : eine Krawatte (stropdas)  von Kollegen aus Holland…… dank u wel, collega, goede reis verder en uiteraard werd geen enkele boete betaald. Internationale collegiale betrekkingen helpen ;

  • Al die keren konden we op zowel de heen- als de terugreis gastvrij logeren bij de familie Szloboda in Boedapest. Overbodig te melden dat het echte vrienden zijn geworden;

  • Naar schatting hebben we zo’n 50 reizen naar Roemenie gemaakt met 2 auto’s, dat is een kleine 5000 km heen en terug, dus samen zo’n half miljoen kilometers……..

  • We zijn al die jaren bespaard voor ongelukken. Slechts 1 keer reed een personenauto achter tegen onze aanhanger aan wat een kapot knipperlichtglaasje opleverde. Daar doen we niet moeilijk over…..;

  • We hebben echt enorm veel steun gehad van Rijssense (transport-) bedrijven die ons sponsorden met diesel-olie etc. Maar een uitzondering maken we toch voor Bouwbedrijf Nieuwenhuis / Selekthuis in Rijssen, die ons al die jaren in ieder geval 1 x per jaar een bus (en indien gewenst ook een aanhangwagen)  ter beschikking stelt. Ge-wel-dig !!!

  • De busjes zijn er uiteraard ook op vooruit gegaan: voorzien van navigatie, airco en een motor met het dubbele aantal pk’s als in het begin en met mobiele telefoon aan boord……

  • Ook de wegen zijn er natuurlijk flink op vooruit gegaan: tot aan Boedapest is het autobaan en daarna tot ver in Roemenie ook, dus de reistijd is ook ongeveer gehalveerd. We hebben nu nog zo’n 24 uur rijtijd nodig, dat was vroeger al gauw 34 uur….

  • Helaas is onze oude vriend Joshi al enkele jaren geleden overleden, maar we redden ons nu zelf wel, ook aan de grens hebben we geen hulp meer nodig.

 

De spullen die we brengen zijn ook wel veranderd: we gaan nog steeds naar kleine dorpjes in Transsylvanië, waar nog geen riolering, waterleiding etc is en waar de bruine beer ’s nachts in het dorp komt op zoek naar voedsel…. maar we richten ons nu toch meer op de meest kwetsbare groep zoals invaliden, bejaarden etc. Incontinentiemateriaal en looprekken, rolstoelen etc. gaan vaak mee maar ook nog steeds wel kleding. Ook hebben we in de dorpjes geregeld dat er (bij ons afgeschreven) computers kwamen zodat de kinderen daar computerles konden krijgen en ze iets van computers weten als ze vervolgonderwijs in een grotere stad gaan volgen.

 

Helaas is  onze secretaris en vriend Jan Bakker dit najaar na een slopende ziekte overleden. Hij was onze “hoffotograaf” en technicus pur sang, ook bandenreparateur bij uitstek……. We hebben heel vaak van zijn kennis en kunde gebruik mogen maken. En uiteraard ook samen heel wat afgelachen……

 

Natuurlijk is de situatie in Roemenië er gemiddeld (gelukkig) wel beter op geworden, maar riant is het op het platteland zeker nog niet.

 

Hoe lang we doorgaan met onze hulpgoederentransporten ?   Zo lang het mogelijk is willen we deze mensen blijven helpen.  Tsja, onze lichamelijke conditie is ook veranderd , we zijn geen dertigers meer maar het dubbele……

1.jpg

Onze sponsoren

bottom of page